Holtumse lustrumrevue “5 veur 6”


 HOLTUM –

 

De Holtumse lustrumrevue “5 veur 6” belooft, nog meer dan de vier vooraf gaanden, een grandioos festijn te worden.
Het motto “5 veur 6 “ klinkt enigszins cryptisch, maar is verklaarbaar door de positieve verwachting dat er na deze vijfde revue zeker een zesde zal volgen.
Het publiek zal worden geconfronteerd met sketches die zich afspelen in een vrouwencafé, een sauna, een kraamkliniek, een huiskamer na een Auwtwieverbal en een sprookjeshuis met een Anton Piecjkachtige aankleding.
Deze sketches zullen worden omlijst met tweespraken, muziek, parodie, buut en dans.
De generale repetitie, welke op 30 januari plaats vindt, zal worden bijgewoond door leden van de gehandicaptenverenigingen Swentibold en Westelijke mijnstreek. De première is dan op 31 januari waarna de uitvoeringen op 1,6 en 7 februari.
Kaartjes voor deze voorstellingen zijn in vorverkoop verkrijgaar bij zuivelhuis Bokken, Kleine Dries 9 en rijwielhandel Esset , Martensweg 7 Holtum.


 

 

Vief veur zös: Wat een vondst!


 HOLTUM –

 

Wat een vondst, mensen wat een vondst.
De Katers van Holtum hebben een toepasselijke naam gegeven aan de vijfde revue die de carnavalsvereniging dit jaar in successie op de planken brengt, namelijk vief veur zös.
Er is wel een beetje uitleg bij nodig en daarom laat King Swenty met alle plezier de Holtumse Katers aan het woord in de persoon van Jacques Stel. Die voorspelt dat na de vijfde revue volgens rekenkunde het volgend jaar de zesde revue zal worden gepresenteerd. Er is dus duidelijk sprake van vijf voor zes. Maar dat heeft nog méér te betekenen.
Om zes uur gaan de winkels op slot en wie dan nog wat nodig heeft voor het gezin moet maar elders zijn
heil gaan zoeken. Dat is eigenlijk een voor de hand liggende zaak.
Maar het wordt voor de carnavalsvereniging een pijnlijke zaak als ook de welzijnscommissie de knip op
de deur doet. Die commissie is immers met het voorstel gekomen om de subsidie aan carnavalsverenigingen
af te bouwen. Wat zullen we dan nou beleven. Is dat waken over het welzijn van de inwoners van Born?
Hoort de carnaval niet tot het welzijn van de ingezetenen?
Hoe schoon zegt het de woordvoerder van de Katers: waar is men binnen de commissie mee bezig? Zijn de carnavalsverenigingen niet een stukje volkscultuur van eigen bodem? Moet dit dan kapot? Moeten cultuur en creativiteit, zoals die vooral door de revue worden gepresenteerd, veraf staan van de mensen? Worden zij beschouwd als domme dorpelingen? Wat heeft carnaval niet te bieden voor de gemeenschap? Denk eens aan de zieken die bezoek krijgen van de prins en zijn aanhang en die daardoor wat nieuwe moed krijgen. Denk eens aan de kindermiddagen, aan de optocht en niet op de laatste plaats aan de revue. Waar mensen voor weinig geld eens heerlijk kunnen genieten van de plaatselijke humor.
Dat is duidelijke taal van de Katers. Daar kunnen de commissieleden mee vooruit. King Swenty schreef al
eerder over de verantwoordelijkheid van raad en commissies. Nee, niet over de raad van elf, maar de raad van vijftien, die het subsidiebeleid op het aambeeld heeft gelegd en er eens goed op zal gaan slaan om er een rechtvaardig model uit te smeden. King Swenty heeft goede hoop dat het allemaal in orde komt, nu bij de commissiestukken ook de brief van de Katers is gedeponeerd. ’t Is vief veur zös, beste commissieleden, zo meteen gaat de winkel op slot. IJvert dus ervoor dat Born haar carnavalsverenigingen gezond en wel mag houden.